Net als andere jaren besteedt Laurien van Poelgeest de eerste week van de zomervakantie als leiding op een zomerkamp voor kinderen. Ook al kan ze na haar eerste jaar als lerares Nederlands op een middelbare school wel vakantie gebruiken, ze heeft veel zin in het kamp. Sinds ze zelf als kind meeging, heeft ze nog geen jaar overgeslagen. Haar tweelingzus Tessa is er ook, net als een aantal goede vrienden met wie ze inmiddels een vaste groep leiding vormt. Ook heeft Laurien haar collega Pieter gevraagd om mee te gaan, omdat ze één persoon te kort kwamen. Dat zij en Pieter al een tijd aan het flirten zijn, maakt het kamp voor haar des te leuker. Het kamp in de duinen bij Egmond aan Zee is zoals gewoonlijk een groot succes. Het is mooi weer, de kinderen hebben het naar hun zin en dat geldt ook voor Laurien, zeker als zij en Pieter 's avonds bij het kampvuur steeds nader tot elkaar komen. Bij datzelfde kampvuur gaat het ook over die ene gebeurtenis, vijfentwintig jaar geleden, toen een kind verdween van het kamp en verdronk in zee. Die gebeurtenis heeft veel indruk gemaakt op Laurien en ze herinnert het zich nog steeds, zeker nu ze weer op diezelfde plek is. Het kamp neemt bizarre wending als de geschiedenis zich lijkt te herhalen. Op klaarlichte dag verdwijnt een van de kinderen en de politie zet onmiddellijk een grootse zoekactie op touw. Niemand heeft echter iets gezien of gehoord en het jongetje is onvindbaar.
Maak jouw eigen website met JouwWeb